maandag 8 december 2008

Extra heffingen in strijd tegen hufters en proleten

In het dagblad De Pers van maandag 8 december wordt, onder de kop Woord van het jaar, aandacht besteed aan het begrip 'Hufterindex'. Daarin wordt uitgelegd dat het begrip in tal van vormen ingang heeft gevonden in het politieke taalgebruik en mede op grond daarvan is het nieuwe begrip Hufterindex ontstaan. Sommige politici zullen daar hoog op scoren als je hen eens goed onder de loep neemt.
Zelf hadden een collega en ik als boekhandelaren in de jaren zestig van de vorige eeuw al wel zo een en ander meegemaakt — zie daartoe onze zustersite Tempel der Herinneringen. Daar kunt u tal van memoires lezen die te maken hebben met gedrag van onder meer klanten van onze winkel. Zonder het hierboven genoemde begrip te gebruiken dat toen nog niet binnen ons bereik viel, hadden we echter niet lang nodig om te bepalen tot welk percentage sommige, nare, via intens vervelende, tot en met extreem hufterige, klanten voor hufterbelasting in aanmerking zouden moeten komen. Een enkele keer was de negatieve uitstraling en het daaebij behorende gedrag zo uitzinnig dat het percentage boven de honderd uitkwam, en dan werd snel besloten dat zo iemand de winkel niet meer in mocht.
Vrij snel heb ik dat stelsel-in-de-kinderschoenen enigszins aangepast en uitgebreid. Ik wilde wat meer bekendheid aan ons systeem van indeling der klandizie geven en bedacht dat dit met allitererende begrippen wellicht heel wat beter zou lukken, en zo werd het woord 'hufterbelasting' vervangen door HufterHeffing, een taks die, indien nodig, nog kon worden aangevuld met een ProletenPenning, en als zou blijken dat die bijzondere belastingen niet voldoende effect zouden sorteren, wilde ik graag een hardleersheidstoeslag achter de hand hebben met een onbeperkt percentage: zonder plafond, zal ik maar zeggen. Dat zou wel tot duizenden procenten kunnen oplopen.
Een enkele klant wijdden wij daarover in, en — het moet gezegd — dat leidde veelal tot hilariteit. Onnodig hier te melden dat juist die cliënten in het geheel niet op onze lijsten voorkwamen.
Het spreekt eigenlijk vanzelf dat overheden deze heffingen zouden kunnen invoeren, doch tevens dat zij daarvoor wel toestemming van deze zijde nodig hebben, en — zeker niet te vergeten — de auctor intellectualis daarvan geldelijk schadeloos zullen moeten stellen.

Geen opmerkingen: