maandag 28 juli 2008

Duitse scholieren maken tweemaal zoveel fouten sedert de invoering van de laatste spellingwijziging

Scholierenleed
Tien jaar geleden is de Rechtschreibreform — spellinghervorming — in Duitsland van kracht geworden, een wijziging die na lang overleg door een commissie van deskundigen uit de drie landen waarin Duits de (of een) voertaal is — de Bondsrepubliek, Oostenrijk en Zwitserland —, officieel is aangenomen en op scholen verplicht werd gesteld. Na het eerste decennium met die wijziging is er een studie uitgekomen, die het afgelopen weekeinde op de jaarbijeenkomst van de Forschungsgruppe Deutsche Sprache werd voorgesteld door Uwe Grund. Daaruit blijkt dat scholieren bijna tweemaal zoveel fouten maken als voordien. In een persmededeling wordt erop gewezen dat deze fouten het bijzonder voorkomen in die onderdelen van de taal, waarin de spellingshervormers regulerend in het Duits hebben ingegrepen. Omgerekend in beoordelingscijfers — in het Duitse systeem is de waardering van 5-1, waarbij een vijf voor de slechtste prestatie wordt gegeven — zou dat een heel punt ten nadele opleveren. (Bij ons zou dat dus zelfs twee punten betekenen.)
De voorzitter van de Forschungsgruppe wijst erop dat haar onderzoek dat naar boven haalt wat de van de onderwijsministeries van de deelstaten verwacht had mogen worden: een objectieve controle op het eventuele succes van de hervorming.
De Forschungsgruppe Deutsche Sprache is samengesteld uit tegenstanders van de spellinghervorming. Leden zijn onder anderen enkele taalwetenschappers, die in ons land buiten de gespecialiseerde vakkringen geen bekendheid genieten. Iets anders ligt dat bij de literatoren, van wie Reiner Kunze (geboortejaar 1933), Sten Nadolny (geboren in 1942) en de Zwitser Adolf Muschg (geboren in 1934) in Nederland geen volstrekte onbekenden zijn.
Het is de bedoeling dat de bijdrage van Uwe Grund dezer dagen via het Internet voor alle geïnteresseerden beschikbaar komt. We zullen daar dan melding van maken.

donderdag 17 juli 2008

Het zeer gevaarlijke virus der taalvergiftiging

Dwaas: Kartoen
Dezer dagen zijn wij ons hier, opnieuw — wezenlijk met permissie — rotgeschrokken, toen wij in een elektronische mededeling van een zichzelf als kritisch beschouwende consumentenrubriek van één onzer landelijke zendgemachtigden wartaal zagen afgedrukt. Daarin werd de opeenvolging van letters gebruikt, welke samen KARTOEN vormen. Welk een taalonkunde! Hoewel ik de omroep in kwestie daarover een elektronische berisping heb doen geworden, verwacht ik niet dat men deze serieus zal nemen, want — zoals dat veelal in het kader van kritische uitzendingen van al dan niet kritische omroepen gaat, en al helemaal in consumentenrubrieken die pretenderen, oplettend met de wereld om te gaan — men kan wel, en heel flink, uitdelen, doch men wenst nimmer, en in het gunstigste geval zelden, te incasseren en de hand in eigen boezem te steken, op jacht naar een eventueel zeer ontuchtige tepel.

Imbeciel: HUG
Het kan nog idioter. Eerder deze week kreeg ik van een instantie, die onder de naam EEN opereert, eveneens een elektronisch bericht, en daarin stond de volgende zinsnede:
Geef de nurse een virtuele hug.
Deze uiting van wel heel extreme taaldegeneratie — al moet worden toegegeven dat nurse, schandelijk en onzinnig genoeg, door onze Van Dale wordt geaccepteerd — toont opnieuw hoe zeer ons Nederlands dag in, dag uit wordt vergiftigd door Yankismen. Die echter niemand aan je kan opdringen, zolang je deze wandaad niet in een vlaag van slaafse onnadenkendheid — of zelfs in een poging om te tonen hoe goed je met de tijd meegaat — geheel zelfstandig begaat.
Ik zal niet ontkennen dat er positieve elementen aan te wijzen vallen tussen alle mogelijkheden die het fenomeen computer, en alles wat daarmee samenhangt, ons biedt, doch één van de meest duistere schaduwzijden daarvan is de in ijltempo voortschrijdende debilisering in de presentatie door middel van woorden — of iets dat zulks moet voorstellen — door steeds meer instanties die via elektronische weg hun discommunicatie de wereld rondsturen.
Zolang de opgemelde, en andere, instanties een dergelijke wanorde blijven scheppen, zullen deze mij en gelukkig ook nog wel enkele anderen op hun weg vinden. Niet omdat wij tegen taalvernieuwing zijn, maar wel degelijk tegen taalvernieling.
HUG is geen Nederlands woord en zal het nimmer mogen worden. Het maakt zo'n Bush-achtige, uitzinnig-hersenloze indruk. Evenals WOW en WOO dan wel WOE, of hoe men die uitingen van geestelijke leegte ook maar zou willen, moeten dan wel kunnen of mogen, spellen.
Waarachtig spellen is inmiddels een Heel Grote Kunst geworden, die vrijwel niemand meer beheerst. Ook en vooral binnen redacties van steeds meer printmedia en nog weer meer in elektronische kranten en dito andersoortige publicaties.

Zie daartoe eveneens onze eerder gepubliceerde artikelen in dit medium:
http://tempeldertaalkunde.blogspot.com/2008/05/
het-steeds-grotere-taalkundige.html
en:
http://tempeldertaalkunde.blogspot.com/2008/06/
onvolledige-zinnen-als-maatstaf-oftewel.html

maandag 14 juli 2008

"Driedrachtzaaierij" en de "tale Baylons" circa 1860

TAALKUNDIGE VRAGEN EN OPMERKINGEN

1.

Wij schreven "zaaijen;" maar De Vries en Te Winkel
Verkiezen "zaaien." — Jonckbloet, ook geen kinkel,
Schrijft "zaayen." Wat een driedrachtzaaierij,
Die tot God weet wat al verwarring heenleidt,
Maar zeker niet tot taalverfraaierij.
Ik, Jan de Rijmer, ben een vriend van eenheid
En zal, om met elk vriend te blijven,
Voortaan eenvoudig "zaajiyen" schrijven.

2.

"Gniffelen," heer Tydeman!
Is een deugdlijk Hollandsch woord.
Schoon 't wel heel licht wezen kan,
Dat ué 't nooit hebt gehoord. —
Wilt ué weer recenseeren,
Ga eerst zelf goed Hollandsch leeren,

3.

De hooggevierde Jan Clarisse,
Geheeten ook wel Jan Kanon,
Geleerder nagedachtenisse,
Die beter as ik Hollandsch kon,
Heeft "leesten" vaak en warm verdedigd.

Och, heer De Vries, daar gij u thans
Toch met dat woordenboek verdedigt,
Hergeef aan 't woord zijn ouden glans,
't Is lang in onze taal geweest en
't Kan ons nog goede diensten leesten.

4.

"Vorster," "forster" 't oud "forcester
Komt al voor bij Kiliaan;
Waarom krijt men dat onmisbaar
Woord uit voor een Moffrikaan?
't Is voor iederen vertaler
Een veel moeite en zorguithaler.

5.

O wonder, wonder, boven wonder!
In 't zelfde nummer van één blad
Schrijft A "bij-," B "bi-,", C "be-" zonder;
Wat tale Babylons is dat?

6.

Gymnastiek en gymnastische oefeningen . . . .
Dat God erbarm!
Is onze taal zóó pover dan en arm,
Dat zij geen woord zou vinden voor zoo dingen,
Die in ons natte kikkerland
Toch nooit met n a a k t h e i d samenhingen? —
Zeg "zwaalkunst," "zwaalschool," "zwalerij" en "zwalen."
Waarom? — Professor, toe, neem Gij de pen terhand,
Om ons dat kortjes te verhalen,
Begrijpelijk voor het domst verstand ¹).

JAN DE RIJMER, met burgerlijke naam
Jan Jacob Antonie Goeverneur (1809-1889)
__________
¹) Jaren geleden vroeg J. d. R. aan Prof. De Vries of onze voorouders niet, beter dan wij, een eigen woord voor: "gymnastiek" zouden hebben uitgevonden. "Stellig" zeide hij, "zwalen b.v."
____________
Afbeeldingen
1. Portret van de dichter J.J.A. Goeverneur; geschilderd door J.H. Egenberger (1822-1897).
2. Voorplat van de twee delen Dichtwerken, samen in één band uitgegeven door A.W. Sijthoff te Leiden, omstreeks 1889.
[In 1997 heb ik dit, toen deels beschadigde, boek uit een stapel 'oud papier' kunnen meenemen. ]
3. Handtekening van de dichter.