vrijdag 28 november 2008

Voortschrijdende taalverloedering bij steeds meer regionale en landelijke televisiepresentatoren

1. "De kleedkamers die zijn koud, die zijn nat . . ."
2. "We hebben gesproken met de gemeente Tilburg. En die hebben . . ."
3. "De stad telt minder werkelozen dan twee jaar geleden . . ."
4. "Een aantal mensen hebben . . ."
5. "De brandweer rukte uit met groot materiaal."



Hierboven staan vijf zinnen foutief Nederlands. Toch worden ze alle bijna dagelijks uitgesproken, — of vormvarianten daarvan — door tal van televisiepresentatoren van Groningen tot Maastricht, en niet te vergeten door die van het NOS Journaal en diverse actualiteitenrubrieken.
Niet één van de bovenaan afgedrukte zinnen kan, hoe je het ook wendt of keert, als mogelijk juist worden aangemerkt, aangezien direct blijkt dat op geen enkele manier in een eventuele aanvulling van al die zinnen de fouten daarin zou (kunnen) opheffen.


Een kleine uitzondering zou men voor de derde regel kunnen hebben, ware het niet dat deze in de context van het fenomeen werkloosheid werd uitgesproken. En er is nu eenmaal een wereld van verschil, danks die éne klinker, tussen werkloosheid en werkeloosheid. In het eerste geval gaat het over (mensen die) zonder werk in de zin van een baan of vrijwilligershandelingen zijn, de tweede categorie bestaat uit mensen die zitten, lopen of liggen te niksen, die worden gekenmerkt door het uitblijven van enige vorm van handelingen.
"De stad telt minder werklozen dan twee jaar geleden."


De eerste zin heeft in het voorbeeld twee onderwerpen: kleedkamers en die; dat kan echter niet, en derhalve met het tweede worden geschrapt. — "De kleedkamers zijn koud en nat."


In de tweede zin staat het lijdend voorwerp gemeente, dat in de toevoeging onderwerp wordt, maar niet plotseling als een meervoud kan worden gebruikt, en derhalve moet daars staan: HEEFT. ". . . en die heeft . . ."


De vierde zin heeft een enkelvoud als onderwerp, en wat daar nog eventueel achteraan komt, is niet van belang, dus: HEEFT. "Een aantal mensen heeft . . ."
(Dit is de meest vorkomende fout in presentaties van onderwerpen in journaals en programma's met actualiteiten, door personen die een quiz presenteren of lieden die anderszins de kijker toespreken.)


Als de vijfde zin wordt uitgesproken, blijkt dat degene die dat doet, niet op de hoogte is — althans niet in de direct-bewuste laag — van het verschil tussen materiaal en materieel.
Misschien dat de brandweer wel heel veel verschillende materialen meebrengt, maar uitrukken doet deze hulpdienst nu eenmaal met groot materieel.

vrijdag 21 november 2008

Onzinnig Gronings bij een bakker op de etalageruit

Hoewel deze bijdrage over onzin in een vermeend Groningse tekst op onze zustersite Tempel der absurditeiten, of op een van de andere, Tempel der Kritiek, niet zou misstaan, houden we het er toch maar op dat het element taal binnen onze kritiek prevaleert.
Onlangs stak ik een straat over en kwam ik terecht voor de etalage van een bekend Gronings bakkersbedrijf met filialen, verspreid over de Stad. Aan de binnenzijde van de etalageruit was een nogal grote, okergele reclamekaart bevestigd met het opschrift

Oller wetze Poffert

Het is bedroevend dat je steeds opnieuw moet vaststellen dat teveel mensen in de Stad of op het platteland — die kennelijk niet met het dialect zijn opgegroeid, of hiervan nooit in geschrift of druk hebben kennisgenomen — maar lukraak wat neerkalken. In plaats van bij de eigen bakplaat te blijven en de reclametekst aan een kenner over te laten, dan wel maar gewoon in het Nederlands te stellen, blijkt dat de verantwoordelijke binnen die zaak door te weinig ambitie, dan wel als gevolg van een Jantje van Leiden op bezoek bij Tante Betje-sfeer, er niets van gebakken heeft.
Wat daar in het Gronings had moeten staan, is:

Olderwetse Povverd

En dat is toch heel andere koek.
Als men al iets niet weet of twijfelt aan de juiste vorm, is het beter iemand te benaderen, die binnen een minuut het juiste antwoord kan geven. Evenals een schrijver in het westen, die lang in onze provincie heeft gewoond en daarover een roman heeft geschreven vol foutief (niet eens) Gronings, had deze bakker even de moeite moeten nemen met het Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen contact op te nemen, omdat men daar wel weet hoe het moet. Hoewel één en ander bij TV Noord slordig wordt behandeld, of helemaal niet, zou zelfs een telefoontje naar dat instituut, met het verzoek om het telefoonnummer van Fré Schreiber, met succes bekroond kunnen zijn. Fré Schreiber is de man die zorgt voor alle teksten van de rubriek Grunnegers — dagelijks vanaf circa 18:55 uur tot de volgende ochtend 06:00 uur, steeds kort voor het hele uur, op TV Noord gepresenteerd door Olaf Vos —, en met diens kundige hulp was het domme bakkertje eventueel binnen luttele minuten beslist de precieze samenstelling te weten gekomen — als van een recept voor het juiste deeg in de juiste vorm, zeg maar.
Nu heeft de bakker alleen wat waardeloos — want nodeloos, nutteloos en zinloos — karton op de ramen van zijn winkels geplakt.

maandag 3 november 2008

Alice Nahon — Taal

T A A L

Buiten mijn moedertaal
en die der nachtegalen
wist ik naar diepen zin
geen klare talen
en vaak heb ik bedroefd
naar 't wonder boek gekeken
waarin geschreven stond
wat andere landen schreven

Toen deedde stad ban leed
voor mij heur poorten open;
ze leerde mij 't geheim
van wanhoop en van hopen;
daar hing te spreken veel
aan ogen en aan monden
waarvoor men hier beneen
geen taal heeft uitgevonden.

Leven is hoogeschool
voor nieuwe en doode talen.
Die lang mag leerling zijn
in heur rumoeren zalen,
die kan uit kolken roes
van juichen en van smeeken
redden het ijl relaas
waarin de zielen spreken.


ALICE NAHON (1896-1933)
Uit: Schaduw (1928)