1. "De kleedkamers die zijn koud, die zijn nat . . ."
2. "We hebben gesproken met de gemeente Tilburg. En die hebben . . ."
3. "De stad telt minder werkelozen dan twee jaar geleden . . ."
4. "Een aantal mensen hebben . . ."
5. "De brandweer rukte uit met groot materiaal."
Hierboven staan vijf zinnen foutief Nederlands. Toch worden ze alle bijna dagelijks uitgesproken, — of vormvarianten daarvan — door tal van televisiepresentatoren van Groningen tot Maastricht, en niet te vergeten door die van het NOS Journaal en diverse actualiteitenrubrieken.
Niet één van de bovenaan afgedrukte zinnen kan, hoe je het ook wendt of keert, als mogelijk juist worden aangemerkt, aangezien direct blijkt dat op geen enkele manier in een eventuele aanvulling van al die zinnen de fouten daarin zou (kunnen) opheffen.
Een kleine uitzondering zou men voor de derde regel kunnen hebben, ware het niet dat deze in de context van het fenomeen werkloosheid werd uitgesproken. En er is nu eenmaal een wereld van verschil, danks die éne klinker, tussen werkloosheid en werkeloosheid. In het eerste geval gaat het over (mensen die) zonder werk in de zin van een baan of vrijwilligershandelingen zijn, de tweede categorie bestaat uit mensen die zitten, lopen of liggen te niksen, die worden gekenmerkt door het uitblijven van enige vorm van handelingen.
"De stad telt minder werklozen dan twee jaar geleden."
De eerste zin heeft in het voorbeeld twee onderwerpen: kleedkamers en die; dat kan echter niet, en derhalve met het tweede worden geschrapt. — "De kleedkamers zijn koud en nat."
In de tweede zin staat het lijdend voorwerp gemeente, dat in de toevoeging onderwerp wordt, maar niet plotseling als een meervoud kan worden gebruikt, en derhalve moet daars staan: HEEFT. ". . . en die heeft . . ."
De vierde zin heeft een enkelvoud als onderwerp, en wat daar nog eventueel achteraan komt, is niet van belang, dus: HEEFT. "Een aantal mensen heeft . . ."
(Dit is de meest vorkomende fout in presentaties van onderwerpen in journaals en programma's met actualiteiten, door personen die een quiz presenteren of lieden die anderszins de kijker toespreken.)
Als de vijfde zin wordt uitgesproken, blijkt dat degene die dat doet, niet op de hoogte is — althans niet in de direct-bewuste laag — van het verschil tussen materiaal en materieel.
Misschien dat de brandweer wel heel veel verschillende materialen meebrengt, maar uitrukken doet deze hulpdienst nu eenmaal met groot materieel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten