zondag 15 januari 2012

Sonja Prins: Gedicht Taal en object

Taal en object

             1


tot zulk een intensiteit van groen

zijn wij samengeklonken
de taal aan zijn object

dat geen hobo vermag iets los te wrikken
dat geen hobo deelt in de gulden slag
die de zon ontwapent en het wier
in paarse slierten doet betijen

zo rustig flakkerend aan de rand
brandt zijn atoomkern wezenlijk
over het borduursel van de dood

             

trekt Odusseus trekt de zee
zich terug rimpelig
een glijdend vel over de vlakte
die blijft nabestaan
geluid stroopt af
en laat de delen week
nog niet omhuld
object gescheiden van de taal

in zover als het vocht de poriën draagt
ook na de vlucht
zwelt het object










             











Sonja Prins (1912-2009), uit:
Vrijheid om te zijn ─ Gedichten 1958-1960,
thans opgenomen in 
Verzameld werk 3,
dat als geheel de titel
Weegschaal de aarde draagt. 
Uitgeven door Papieren Tijger. ISBN 978-90-6728-268-0

Meer gedichten van Sonja Prins zijn te vinden op onze zustersites:

op Muziek en mensen, in een bijdrage van zondag 15 januari; op 
de site Tempel der Dichtkunst zijn twee gedichten gepubliceerd, eveneens opgenomen op zondag 15 januari.

vrijdag 16 december 2011

Canvas-tv: Is Antwerps de oudste taal ter wereld?

Johannes Goropius
Becanus.
In de vijfde aflevering van de zesdelige reeks Man over woord ─ van de Nederlandstalige, Belgische televisiezender Canvas ─ uit te zenden op vrijdag 16 december, tussen 20:40 uur en 21:10 uur, vertelt Pieter Embrechts deze keer het verhaal van Johannes Goropius Becanus (1519-1572) [1], die in het geschrift De Origines Antwerpianae uit 1572 zou hebben bewezen dat Antwerps de oudste taal ter wereld is.Deze aflevering is er één in het kader van Pieter Embrechts' zoektocht naar de schoonheid en de geheimen van het fenomeen Taal.
__________

[1] De burgerlijke naam van deze humanistische filosoof luidt: Jan Gerartsen van Gorp.

woensdag 19 januari 2011



Wie nun alles stirbt und endet

Und das letzte Rosenblatt
Müd sich an die Erde wendet,
In die warme Ruhestatt:
So auch unser Tun und Lassen,
Was uns heiß und wild erregt,
Unser Lieben, unser Hassen
Sei ins welke Laub gelegt!

Reiner, weißer Schnee, o schneie,
Schnei beide Gräber zu,

Daß die Seele uns gedeihe
Still und kühl in Winterruh!
Bald kommt jene Frühlingswende,

Die allein die Liebe weckt,
Wo der Haß umsonst die Hände
Träumend aus dem Grabe streckt!



Gottfried Keller (1819-1890)
Aus: Gedichte 
__________
Mehr Gedichte vom selben Autor sind heute veröffentlicht worden, das erste in einem Beitrag auf einer unserer vielen niederländischsprachigen Schwesterseiten: Tempel der Dichtkunst, das zweite in der, gleichfalls deutschsprachigen, elektronischen Zeitschrift Kulturtempel (2).
Einen Beitrag über die NDR Kultur-Sendungen 
der kommenden fünf Wochen, in der Reihe Am Abend vorgelesen —  mit Erzählungen von Gottfried Keller — finden Sie in einem Artikel auf unserer niederländischen Schwesterseite Tempel der Letteren.

donderdag 7 oktober 2010

Poëtisch: In het rijk van de Duitse interpuncties

IM REICH DER INTERPUNKTIONEN

Im Reich der Interpunktionen

nicht fürder goldner Friede prunkt:

Die Semikolons werden Drohnen
genannt von Beistrich und von Punkt.

Es bildet sich zur selben Stund’

ein Antisemikolonbund.

Die einzigen, die stumm entweichen,

(wie immer) sind die Fragezeichen.

Die Semikolons, die sehr jammern, 

umstellt man mit geschwungnen Klammern,

und setzt die so gefangnen Wesen

noch obendrein in Parenthesen.

Das Minuszeichen naht und — schwapp!
Da zieht es sie vom Leben ab.

Kopfschüttelnd blicken auf die Leichen
die heimgekehrten Fragezeichen.

Doch wehe, neuer Kampf sich schürzt:

Gedankenstrich auf Komma stürzt —

und fährt ihm schneidend durch den Hals —
bis dieser gleich und ebenfalls

(wie jener m'rderisch bezweckt)
als Strichpunkt das Gefild bedeckt! . . .

Stumm trägt man auf den Totengarten
die Semikolons beider Arten.

Was übrig von Gedankenstrichen,
kommt schwarz und schweigsam nachgeschlichen.

Das Ausrufszichen hält die Predigt;
das Kolon dient ihm als Adjunkt.

Dann, jeder Kommaform entledigt,

stapft heimwärts man, Strich, Punkt, Strich, Punkt . . .


Christian Morgenstern (1871-1914)
Uit: Der Gingganz (1919)
_________
Meer gedichten van Christian Morgenstern zijn heden opgenomen op twee van onze zustersites: als eerste op de Duitstalige Kulturtempel 2; en voorts op de site Tempel der Dichtkunst

donderdag 12 augustus 2010

Albert Verwey: De weg van taal


DE WEG VAN TAAL

Aan P.N. van Eyck

Niets is overtuigend
Van de oergrondige gloeden :
dat ze u blindend, zuigend,
in hun poel omwoedden,
Als de poov're woorden :
Stukgebroken scherven
Taal, die 't vuur behoorden,
En 't opnieuw verwerven
Nu gij ze opnaamt om een brug te smeden
Naar aan de oever mijn ontbonden leden.

Door die taal allenig
Kan ik tot u dalen :
Steil de gang en stenig,
Blinkend toch de stralen
Die mij lokken, glijden
Tussen voet en leuning,
Mij van angst bevrijden,
Stil doen staan in kreuning,
Tot ik neerkom indie helle kerker,
Me eindloos lichter voelend, eindloos sterker,

Want die lichtgedrenkte
Ronde, vormen-loze,
Die voorheen me al wenkte,
Spiegelt — wonderroze,
Aarde en hemel hullend
in haar bladervaagten,
Zich met ether vullend :
Hoogten, ruimten, laagten —
Nu niet langer uw allene holte,
Maar van 't heel heelal de oneindige volte.

Anders niet dan de uitng
Maakt het eindloos ledig
Tot de oneindige ontsluiting.
Ik-die-Ik-verdedig,
Uit u en 't zal blijken
Dat ge uw ogen opent
Op de ik-loze rijken,Iedre heining slopend
Die de god belette een vorm te worden
En zichzelf te zijn in menslijke orden.

Zie, ik zei: ik daalde.
Wist ik niet dat beelden
'T al te scherp bepaalde
Vaak vaagden of heelden?
Even goed was: rijzen.
Want dat kleine blinken
Dat ge omlaag leekt wijzen,
Waar ik heen dacht zinken,
Was niet anders dan het hooste gloren,
Mens geworden en dus nieuw geboren.

Albert Verwey (1865-1937)
Uit: Goden en Grenzen II: Mythen
in Oorspronkelijk Dichtwerk,
Tweede deel (1914-1937)

Meer dichterlijke uitingen van Albert Verwey kunt u vinden op onze moedersite Cultuurtempel. Daar hebben we Moderne mens opgenomen. Op onze zustersite Tempel der Wijsbegeerte staat het gedicht Spinoza.


dinsdag 29 juni 2010

Tanganyka is waarlijk een ander land dan Tanzania

Neerwaartse spiraal
Op deze site en elders hebben we meer dan eens onze afkeer van de wanprestaties, geleverd door journaal-presentatoren en film-'vertalers', geuit. Meerdere keren per dag worden we in ons oordeel gesterkt door de erbarmelijkheid, die — ondanks toezeggingen van enkele zegslieden van de daders — eerder schijnt — of zullen we toch maar zeggen: blijkt — toe te nemen dan dat er sprake van verbetering is.
Dat sommige (film)vertalers het verschil niet kennen tussen lijken (schijnen) en blijken, was reeds decennia bekend en dat ze zich bezondigen aan klakkeloos uitgebraakte teksten, alleen reeds als ze menen dat er in de wijde omgeving wel ergens een klepel voor een klok beschikbaar zou kunnen zijn en zich daarom overgeven aan de meest gruwelijke willekeur, is eveneens een vast onderdeel van de dagelijkse taalwaanzin die via ondertitels over de kijkers wordt uitgestort. Want is er iemand die kan verdedigen waarom het begrip verstandig wordt gebruikt, waar begrijpelijk (in het Duits: verständlich) dient te staan, of hoe iemand het in zijn benevelde brein haalt om het begrip Versöhnung (verzoening) te 'vertalen' met gezelligheid? Of: Leidenschaft (passie, hartstocht) doodleuk te vervangen door leiderschap


Benevelde breinen

Als Duitstaligen iets in die Wege leiten, dan betekent het dat zij iets initiëren of, desnoods, aankaarten, maar niet — hetgeen minderbegaafde want totaal achtergebleven 'vertalers' beweren — naar de wegen leiden. Zou er dan toch in het origineel een soort van gids werkzaam geweest zijn die u en ons en nog zoveel anderen — want werkzaam 'voor de film' — de weg zou moeten wijzen? Dat is dan in ieder geval geen taalgids, die de weg weet op basis van de vereiste kennis en het nodige inzicht.
Helaas beperkt zich dat onvermogen — om te gaan met niet alleen maar vooral ons Nederlands — niet tot degenen die films van ondertitels moeten voorzien, maar heeft de totale verloedering ook om zich heen gegrepen ten burele van de leiding van het instituut in kwestie, die in haar teksten toont dat ze evenmin het geringste benul meer heeft van het verschil tussen jou en jouw. Het laatste is een bezittelijk voornaamwoord, het eerste een persoonlijk voornaamwoord. Vanzelfsprekend beperkt dat onvermogen zich niet tot alleen die vorm, maar weet vrijwel niemand meer het verschil tussen hun en hen, en zijn er hele volksstammen die als gevolg van het gebrek aan kennis omtrent de theorie, ook niet wanneer in de praktijk welk van die twee woorden dient te worden gekozen. En datzelfde instituut biedt, zoals zo vele instellingen dat tegenwoordig geloven te moeten doen: (een) openstaande vacature(s). Kennelijk beseft men ook daar niet (meer) dat een vacante functie per definitie openstaat, anders zou deze immers niet vacant (kunnen) zijn.
En dat het land Tanganyka in de ondertiteling domweg als Tanzania wordt voorgesteld, spreekt eveneens boekdelen, en dat zou knap zijn — één woord dat boekdelen representeert — ware het niet dat zich dat alles in de kwalitatieve sfeer van Nul komma Nog Minder afspeelt.
Hetgeen allemaal — weer, opnieuw, nogmaals en overnieuw — bewijst dat God niet bestaat en dat de verloedering — helaas niet alleen qua taalgebruik, doch ook in elke denkbare andere context — hand over hand blijft toenemen. Schande, nietwaar? 

zaterdag 12 juni 2010

Door de helft zeggen, iets heel anders bedoelen

Vier keer zoveel
De avond van de algemene Verkiezingen, zoals die door de NOS werd uitgezonden, met de bekende presentatoren Rob Trip, Ferry Mingelen, Herman van der Zandt en nog anderen, stond, zoals dat bij de NOS gebruikelijk is, in het teken van taalperikelen. De beide eerstgenoemden zondigden veelvuldig tegen de meest eenvoudige taalregels met betrekking tot woordgeslacht, antecedent en nog zoveel meer. Goed, het gaat om een uitzending waarvan de teksten niet van tevoren zijn geredigeerd, maar spontaan opkomen en worden uitgesproken. Toch kan men leren om dat beter te doen dan bij de NOS  gewoonlijk het geval is.
Zoals verwacht, bediende Herman van der Zandt het grote scherm waarop de gewenste informatie met betrekking tot winst en verlies van de politieke partijen te zien was, en voorzag hij die snel en duidelijk van het nodige commentaar. Steeds als een partij min of meer werd gehalveerd, noemde Herman van der Zandt dat "door de helft", niet beseffend dat hij daarmee zo'n viermaal zoveel aankondigde als de werkelijkheid ons toont. Door de helft betekent immers verdubbeling.
Wat hij had moeten zeggen, volgt daaruit vanzelf:
doormiddden of middendoor, gehalveerd. Eveneens had gekund:
 tot de helft gereduceerd, en zo zijn er nog tal van mogelijkheden, maar juist het begrip dat in de gegeven context niet kon, werd tot standaard verheven.

Veel te veel onjuistheden

Nu is het, als het om juist taalgebruik gaat, altijd wat moeilijk om zonder ergernis naar een uitzending van het NOS Journaal te kijken, want daar kunnen ze er wat van op het gebied van slecht tot bar slecht omgaan met ons Nederlands. Slecht taalgebruik kunnen we constateren bij de meeste presentatoren. Het is ons echter niet bekend of zij ter redactie gemaakte teksten van eigen hand voorlezen — want dan horen ze tot de categorie der daders —, of dat dit producten zijn van collega's: in dat geval zijn zij slechts medeplichtigen.
Ook in de categorie
slecht behoren tal van correspondenten en verslaggevers die, onder meer, nog steeds het verschil niet (b)lijken te kennen tussen materiaal en materieel, tussen werkloos en werkeloos, en weten zij evenmin dat percelen etc. niet in de brand staan,  maar gewoon in brand staan en dat is toch al erg genoeg. Uitdrukkingen als in de hens en/of in de fik zijn daarentegen weer wel juist, maar komen nu niet direct in aanmerking voor opname in een Journaal-presentatie.

Bar slecht Nederlands wordt ons opgedrongen door de mensen die het Weer presenteren.
"In het noorden daar is het droog."
"De wind die komt uit het westen."
"In het midden van de week dan schijnt de zon meer."

De fout in elk van de bovenstaande drie zinnen mogen de lezers van deze tekst zelf aangeven.

Enkelvoud/meervoud
Is er nu eigenlijk nog iemand in die club met kennis van het verschil tussen enkelvoud en meervoud? Als dat in de directe bewustzijnslaag nog het geval is, zou in een zin met als onderwerp het begrip aantalhet gezegde nimmer een meervoudsvorm mogen krijgen. Een aantal mensen heeft, doet, laat, zingt, en zo voorts. Recentelijk hebben we kunnen vaststellen dat er warempel toch mensen waren, die het wel wisten: een paar presentatoren van het gewraakte Journaal brachten de tekst met de juiste werkwoordsvorm. Optimisten, zoals wij, menen dan direct dat het tij ten gunste is gekeerd, doch die vreugde is steevast van korte duur, want doorgaans dezelfde dag, in een latere editie van het NOS Journaal, gaat het op de oude — nee, niet vertrouwde, want het wil er bij ons maar niet in — voet verder.
Het NOS Journaal is een visitekaartje, niet alleen voor de bewoners van ons land, maar het laat tevens aan derden zien hoe we in dit land omgaan met nieuwspresentatie binnen het publieke omroepbestel. Mede daarom dient men aldaar met onze taal naar behoren om te gaan.
____________
Afbeeldingen
1. NOS Journaal-presentator en verkiezingsuitslag-grootscherm-deskundige Herman van der Zandt. 
2. Logo van de Nederlandse Omroep Stichting.